Een succesvolle meesterijsbereider word je niet zomaar, zo bewijst de jarenlange ondernemersreis van Luc. “Toen ik 15 jaar oud was, zou ik naar de middelbare hotelschool gaan. Datzelfde jaar kochten mijn ouders een klein ijsbedrijf in Den Haag, waar ik ook aan de slag kon.” Je voelt het al: de hotelschool is er nooit meer van gekomen. Luc bleef uiteindelijk tot zijn achttiende in de winkel werken. Vanuit dat baantje ontstond de ijsco-kar, waarmee hij door de straten reed om ijs te verkopen. Op een gegeven moment zochten Luc en zijn vrouw naar meer vastigheid. Dus begonnen ze in 1996 hun eigen ijssalon Luciano, in Wassenaar.
De eindjes aan elkaar knopen om te starten
Het begin was niet makkelijk, geeft Luc eerlijk toe. “De eerste jaren verdienden we minder dan met de ijsco-kar. Daar had je natuurlijk geen vaste lasten voor, alleen maar kosten voor de inkopen en een vergunning. Bij een eigen zaak komen er ineens kosten voor de huur, gas-water-licht, verzekeringen en personeel bij. Hoe we het allemaal bekostigd hebben, is een grote puzzel. Ik had een lening aangevraagd bij de bank, waarbij de ijssalon zelf, de oliebollenkraam die we hadden, ons huis én het bedrijf van een vriend als borg vermeld stonden. Eigen geld hadden we nog nauwelijks, dus er kwam ook nog een lening bij een interieurbouwer bij, om zo alle eindjes aan elkaar te knopen. Het was een super spannende tijd, maar ik dacht: als ik nou iedere dag keihard werk, kom ik er uiteindelijk wel. En dat heb ik gedaan, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat.”
Van bijna bankroet tot ijssalon van het jaar!
Al werkte Luc nog zo hard, Luciano werd niet direct een doorslaand succes. Overdag verkochten ze flink wat ijs, maar ‘s avonds kwamen er nog maar weinig klanten. Ook was het pand eigenlijk te duur. “We stonden zelfs een paar keer op het punt om om te vallen: de energie-leverancier wilde de stekker er al uittrekken.” Gelukkig kon Luc met een paar duizend euro van een vriend weer even vooruit. En zoals altijd maar weer blijkt: de aanhouder wint! In 2006 kwam de oplossing aan het licht.
Na overleg met de eigenaar van het pand konden ze de winkel verkleinen, wat de kosten zou verlagen. Wel moest de zaak opnieuw ingedeeld en ingericht worden, en daar had Luc geld voor nodig. “We konden nergens aankloppen voor een financiering. Gelukkig is het nét goed gegaan met behulp van veel uitgestelde betalingen. Daar ben ik enorm dankbaar voor, want na de verbouwing ging alles in een stroomversnelling. Steeds meer klanten leerden ons kennen en ook de avondverkoop begon te lopen. Ik was inmiddels ook steeds wereldkundiger geworden in het ijs maken en mocht mezelf zelfs meesterijsbereider noemen: de hoogste titel die je als ijsmaker kunt behalen. We werden dat jaar én in 2012 zelfs verkozen tot ijssalon van het jaar!”
Het juiste moment
Of Luc het achteraf gezien anders zou hebben aangepakt? “Misschien op één vlak wel. We begonnen eigenlijk met een te kleine ijsvitrine voor de omzet die we wilden behalen. Na de verbouwing konden we met vier mensen scheppen in plaats van met twee, dat heeft echt geholpen. We hebben keihard moeten werken, maar ik ben blij met hoe het is gelopen.”
Na de tweede verkiezing tot ijssalon van het jaar kreeg de winkel een strakke, nieuwe look met mooie visuals aan de muur en een glazen wand, zodat klanten een kijkje in de keuken konden nemen. Hier zie je hoe er van echte Italiaanse pistachenootjes en vers gezette koffie ijs wordt gemaakt. “Daar moet ik mijn vrouw voor bedanken. Ik kan, al zeg ik het zelf, geweldig goed ijs maken, maar zij heeft een geweldige visie als het aankomt op het inrichten van winkels. Dat wauw-gevoel zodra je binnenkomt, maakt ons uniek.”
Op naar het buitenland
Hoe bekender Luciano werd, hoe meer ondernemers oren kregen naar de zaak. “Er bestaan nu 17 vestigingen, maar daar heb ik grappig genoeg niets voor gedaan. Per jaar krijgen we wel 30 aanvragen binnen van mensen die een franchisevestiging willen starten. Maar we blijven altijd kritisch hoor, je moet echt binnen het team passen om franchisenemer te worden.”
Ook vanuit Bonaire kwam er vraag naar het bijzondere ijs van Luc. “Samen met mijn compagnon daar, Huub, zijn we een ijskeukentje op locatie gestart. De ijssalon op Bonaire is naast de ijsmakerij in Wassenaar als enige van onszelf. Het loopt daar eigenlijk nog beter dan in Nederland, want je bent niet zo seizoensgebonden. In Nederland moet je geld opzij zetten voor de winter, maar daar is het is altijd weer voor een ijsje.” Niet zo gek dus, dat op 30 september de achttiende Luciano opengaat, op Sint Maarten.
Wereldberoemd in eigen regio
Is dit het begin van ijssalon Luciano die langzaam maar zeker de wereld begint over te nemen? Het zou ons niks verbazen! Luc heeft niet alleen een vaste klantenkring in ons kikkerlandje opgebouwd, ook toeristen uit het buitenland weten het ijs van Luciano in Nederland inmiddels goed te vinden. “Wereldberoemd zijn in eigen regio, op vakantieparken getipt worden als dé must-try en expats en toeristen die komen vertellen dat ze ons ‘gelato’ gaan missen, dat maakt me echt trots.”
Luc’s ondernemerstip
“Ga iets doen wat je onwijs leuk vindt, en doe het anders niet”, adviseert Luc aan jonge ondernemers. “Als je puur iets opstart om geld te verdienen en je het niet vanuit je passie doet, wordt het een hele zware job. Als je het te gek vindt om te doen, houd je het ook op lange en zware dagen makkelijker vol. Ik zeg het nog steeds: ik heb het leukste beroep van de hele wereld. Mensen dag in dag uit blij kunnen maken met een ijsje, is geweldig.” Luc ziet de toekomst dan ook rooskleurig in. “Wie weet komen er nog vestigingen bij, maar groeien is niet het doel. Ons bedrijf zo fijn blijven runnen zoals nu, zou al fantastisch zijn. We hebben het goed.”